Categorieën
Weetjes

De goede naald bij elk project.

Soms lijkt het heel makkelijk, zolang de naaimachine naald niet breekt lekker verder naaien. En soms lukt dat ook, maar soms ook niet en dan is de vraag vaak, waarom wil mijn machine nou niet. Tja die naald……

Allereerst is de kwaliteit van de naaimachine naalden belangrijk, gebruik een naald van het merk van je machine of een Schmetz naaimachine naald. Je bereikt veel mooiere resultaten met een goede naald, op het eerste oog zie je geen verschil, hoe worden ze gemaakt,  het gebruikte materiaal en de afwerking maken het verschil.            Mijn advies is dan ook om bij het begin van een nieuw project of nog beter bij het kopen van de stof te bedenken of je de goede naalden en de juiste draad in huis hebt, koop het er anders bij, wel zo makkelijk als je wil beginnen.

Een simpele regel is: hoe dunner de stof, hoe dunner de naald.

Schmetz machine naalden hebben kleuraanduidingen, dat is wel zo makkelijk om ze uit elkaar te houden.

 

 

 

 

Universele naald is een alleskunner in verschillende maten, 8/60: voor batist, chiffon, voile, 10/70: voor batist, geweven viscose, 12/80: voor de reguliere katoenen stoffen, linnen, 14/90: voor zware katoen, ribfluweel, mantelstoffen, tafellinnen, 16/100: zware katoen, jeans

 

 

Jeans naald 16/100: is speciaal voor het naaien van dicht geweven stevige stoffen als jeans of denim. De naald is sterk en scherp en ook geschikt voor kunstleer, zeildoek en keper

 

 

 

Stretch naald 75 en 90: is voor het naaien van jersey, tricot, gebreide stoffen, fluweel, fleece, punta di roma en sweater stoffen. nummer 75 is geschikt voor de dunnere materialen en nummer 90 gebruik je voor de dikkere materialen. Deze naalden hebben een medium ballpoint punt, hierdoor maakt de naald geen gaatjes in de stof, glijdt er goed doorheen en worden er geen steken overgeslagen tijdens het naaien.

Microtex naald: maat 60, 70 en 80 bestaat in deze naalden soort. Een microtex naald gebruik je voor ultra dunne en fijne stoffen zoals zijde, microvezelstoffen, kunt zijde en voile. Deze naald is dun en speciaal ontwikkeld voor het naaien van kwetsbare stoffen, de punt is erg scherp. Deze naald is kwetsbaar en zal iets eerder breken als bv een universele naald.

 

Leer naald:maat 80 en 90. Zoals de naam al doet vermoeden is deze naald speciaal voor het naaien van leer en kunstleer gemaakt, de dikte van het materiaal bepaald de maat van de naald. Een leer naald heeft geen echte punt maar een snijvlak dat gemakkelijk door het leer glijdt.

 

 

 

Tweeling naald: Dit zijn twee naalden die zo met elkaar verbonden zijn dat je ze als één in je naaimachine kunt zetten. Er bestaan meerdere soorten tweeling naalden, universeel, jeans en stretch. De tweelingnaald wordt bij dezelfde stofsoort gebruikt als de gewone naalden van dezelfde soort. Op het doosje van een tweeling naald staan meerdere maten, de maat van de naalden, 70, 80 of 90 en de afstand die naalden van elkaar staan, dat kan variëren van 2 tot 6 mm. Deze breedte geeft dus de breedte van de genaaide naad aan. De meest gebruikte breedte is 4 mm. De stretch dubbelenaald is ideaal voor het omzomen van t-shirts enz. je hebt bij het gebruik van deze naald twee klosjes garen nodig, de spoel blijft hetzelfde, aan de bovenkant krijg je twee rechte stiksels, de onderdraad maakt een zigzag tussen deze twee rijen, hierdoor is de rechte steek genaaid met een tweelingnaald rekbaar.

Overlock naalden: naalden voor de lock- en coverlock machine zijn iets langer en hebben een andere vorm hierdoor pakt de lock en coverlock de onderdraad beter op en heb je veel minder snel last van het overslaan van steken. Deze naalden zijn er in universeel 80 en 90, strech 65.

 

Er zijn ook nog een aantal speciale borduurnaalden, quilt naalden en bv een topstitchnaald, dit zijn naalden voor specialistisch gebruik. Ben je aan het naaien of ga je ermee beginnen dan is het voldoende om  universele en stretch naalden in huis te hebben. Ga je meer doen dan is een microtex- en dubbelnaald ook fijn om in je assortiment te hebben.

Breekt je naald niet één keer maar vaak achter elkaar? kijk dan als eerste naar de volgende punten:

*Zit de naald goed in de machine? De platte kant moet naar achteren (van je af) en de naald moet zo hoog mogelijk in de schacht.             *Zit de spoel goed in de machine? Is het de juiste spoel voor jou machine?                                                                                        *Welk garen gebruik je? Kijk of je garen mooi egaal is, als er verdikkingen of onregelmatigheden in zitten kan dat de oorzaak zijn. Het mooiste resultaat krijg je met een goed merk garen, het is beter voor je naaimachine en geeft minder stress.                                        *Is de machine goed ingeregen, doe het sowieso gewoon nog een keer!  *Hoe is het met de draadspanning? als die te strak (hoog) staat afgesteld kan de draad niet goed bewegen en trekt dan de naald krom. *Laat je de stof rustig vooruit lopen? De transporteur van je machine transporteert de stof vooruit. Als je eraan trekt dan heb je grote kans dat je naald inderdaad breekt.

 

 

 

 

 

 

 

Categorieën
Workshop

Workshop basiskennis Lockmachine

Deze workshop is bedoeld voor mensen die een lock machine hebben staan en er vertrouwd mee willen raken en voor mensen die interesse hebben om er eens mee te werken, maar er zelf nog geen hebben.

Er  wordt aandacht besteed aan het inrijgen, naald verwisselen, hoe werkt het differentieel transport en wanneer gebruik  je het, wanneer verander je de steeklengte en de mes breedte en wanneer verander je de draadspanning.

Er wordt gewerkt met 4 kleuren garen op je machine, rood, blauw, groen en geel. De kleuren die ook staan aangegeven bij de “route” die je draad aflegt tijdens het naaien. Door met 4 kleuren te werken ontdek je snel wanneer je spanning niet goed staat of er een draad niet goed is ingeregen.

Als eerste lock je met 4 draden, daarna met 3 draden en  alleen de linker naald in de machine, je krijgt nu een breedte lock steek van 3 draden, met de gele draad als stiksteek. Daarna verwijderen we de linker naald en  zetten de rechter naald er alleen in. Je krijgt nu een smallere lock steek van 3 draden met de groene draad als stiksteek

Omdat we nu alleen de rechter naald in de machine hebben gaan we verder met de rolzoom. Voor het maken van een rolzoom zet je steeklengte op 1 (kleinste stand) en de mes breedte zet je ook op de smalste stand, bij de meeste machines moet de spanning van de ondergrijper iets strakker staan. Schuif de insteller, ook wel draadvinger genoemd naar je toe, rolzoom stand. Of kijk in de gebruiksaanwijzing van je machine.
Ook spelen we met het differentieel transport bij het rolzomen van voile en jersey. Het verschil is duidelijk te zien aan de zomen.

We gaan verder met de platte naad. De platte naad is mooi te gebruiken als siernaad voor bijvoorbeeld een jersey shirt of rok. Je hebt altijd maar 1 van beide naalden in je lock machine en de draadspanning van desbetreffende naald staat op 1, geen draadspanning voor je stiksteek dus. Wil je een zoom maken met de platte naad doe dan altijd je boven mes omhoog, zo voorkom je met zekerheid gaten in je werkstuk. Strijk de zoom om op gewenste breedte en leg de goede kant van de zoom met de goede kant van het shirt op elkaar dit leg je onder de machine en zo naai je de naad. Laat aan begin en einde genoeg draad ketting hangen want bij het platleggen van de naad heb je draad nodig. Zonde als de naad dan loslaat omdat er te weinig zou kunnen zijn.    Ook kun je de patte- naad gebruiken om twee panden aan elkaar te naaien, je krijgt dan een siernaad aan de buitenkant, je kunt zelf beslissen welke kant van de naad je het mooiste vindt, en je krijgt geen echte naad aan de binnen kant van je project. Leg hiervoor de twee lappen op elkaar en lock ze op elkaar met de naald spanning op 1. Trek de lappen uit elkaar en je krijgt een platte naad te zien.

Nu is het weer tijd om beide naalden in de machine te zetten en de draden in te rijgen en de correcte draadspanning  in te stellen. We blijven met de gekleurde draden werken om goed te zien wat er gebeurt.

Als eerste gaan we een binnen- en buitenbocht maken.

De buitenbocht is het makkelijkst, langzaam vooruit en een beetje helpen dan lukt dat prima. De binnen bocht vraagt iets meer aandacht, probeer je stof zo vast te houden dat je een rechte lijn creëert en lock er dan langzaam langs. Even oefenen en ook dat gaat goed.

Vervolgens maken we een binnen- en buiten hoek en gaan we ook de hoekjes van dit lapje netjes om.

Ga deze lock zichtbaar gebruiken, begin dan in het midden van een lange kant met de buiten hoek als eerste “obstakel”.

Voetje van de machine omhoog, stof er netjes, tegen het mesje aan, onder leggen en locken tot het einde. Draden die door de naalden lopen (groen en geel) iets uit langer maken, voetje omhoog en precies op de hoek weer beginnen met naaien, de andere buiten hoeken gaan op dezelfde manier. De binnen hoek een paar millimeter schuin inknippen (de heft van de lock steek breedte) en zo vouwen dat het een rechte lijn wordt. Je kunt er nu overheen locken en het gaat weer netjes terug in model als je klaar bent. Kom je in de buurt van je start punt, laat het mesje dan lopen tot je eerste steek, draai het boven mes omhoog en lock een aantal steken over elkaar heen, voetje omhoog en het werkstuk in een rechte hoek draaien, voetje omlaag en lock steek zonder stof eronder laten lopen tot ketting. Deze ketting rekje uit, knip je af op redelijke lengte en stop je aan de achterkant van naad in met een stompe naald met groot oog.

Natuurlijk moeten al die lock naden ook afgewerkt worden. Wordt de naad stevig in een kledingstuk verwerkt, mee vast genaaid, dan volstaat het om de ketting van steken eraan te laten en de naad vast te zetten met de naaimachine. Maar er zijn ook momenten die om een afgewerkt einde vragen. er zijn dan meerdere mogelijkheden. Ik beschrijf er hier twee. Met een stompe naald de ketting aan de achterkant een stukje door de steken halen en overige draden afknippen is methode één. Methode twee werkt ook heel makkelijk. Er zit al een ketting onder je lock voet, rek deze uit, voet omhoog, werkstuk eronder en de ketting leg je op of onder je stof. Naai hem een stukje mee en laat het mesje de overige draad afsnijden. Bij het einde stop je net achter je stof , voetje omhoog en draai voorzichtig je stof om, (de onderkant ligt nu boven) lock er een aantal steken overheen en laat de steek “weglopen”van je werk. Let er wel op dat je mesje niet snijdt op de terugweg. Bij tere stoffen zou ik hem zeker omhoog zetten om dit te voorkomen.

Wil je deze workshop volgen kijk dan op onze site voor de bekende data of stuur een berichtje naar: indenschoer@outlook.com .

Categorieën
Weetjes

Versteviging, tussenvoering of Vlieseline?

Eigenlijk betekend het steeds hetzelfde, je wilt je stof een extra steuntje geven. Vlieseline is de merknaam van de versteviging en zo ingeburgerd dat het niet alleen als merknaam gebruikt wordt. Vlieseline strijk je letterlijk op de stof omdat je hem steviger wilt maken, ondersteunen dus, maar toch soepel wil houden.

Waarom verstevigen?

Je  verstevigd de stof op de plaatsen waar je hem graag vormvast hebt, denk aan manchetten, kragen, zak-klepjes, belegdelen enz.. Als je een patroon volgt staat daar bijna altijd beschreven welke delen je moet verstevigen. Verstevigen helpt ook tegen het rafelen en uitrekken van de stof, denk daarbij aan knoopsgaten of bij het gebruik van drukknopen.

Welke versteviging gebruik je?

  • Je hebt plakbare en niet-plakbare versteviging, geweven, non-woven en rekbare versteviging. Versteviging die niet plakt wordt maar weinig meer gebruikt, je kunt denken aan stoffen met structuur die niet gestreken mogen of kunnen worden. Plakbare versteviging is er in de geweven variant, dat is katoen met een plaklaag, denk er aan dat deze net zoals de stof recht-van-draad geknipt dient te worden. Non-woven versteviging is een dun vlies met plaklaag zonder draadrichting, je knipt zoals het uitkomt. Dan is er ook nog de elastische versteviging, let er goed op dat de versteviging in dezelfde richting rekbaar is als je stof! De meeste Vlieseline soorten zijn non-woven.
  • H180 is een zachte soepele non-woven Vlieseline verkrijgbaar inzwart en wit. Is geschikt voor het verstevigen van kragen, manchetten en belegdelen van lichte stoffen zoals dunne batist, viscose, cupro, zijde en satijn.

 

 

  • H200 is een soepele maar iets stevigere non-woven  Vlieseline verkrijgbaar in zwart en wit. Is geschikt voor het verstevigen van kragen, manchetten en belegdelen  van lichte tot middelzware stoffen zoals katoen, viscose, gabardine en polyester.
  • H250 is een stevigere non-woven Vlieseline verkrijgbaar in zwart en wit. Is geschikt voor het verstevigen van kragen, manchetten en belegdelen van middelzware stoffen zoals stevige katoen en polyester. Vlieseline H250 is ook zeer geschikt voor ceintuurs en knutsel werkjes.

 

  • G405 is een zachte soepele non-woven Vlieseline verkrijgbaar in zwart en wit. Is geschikt voor het verstevigen van manchetten, kragen en belegdelen, maar wordt ook gebruikt om stoffen te stabiliseren, zoals zomen en gedeelten van mantel en colbert voor- en achter panden van wol, gabardine, en wol mengsels.
  • H609 is een elastische, zacht en soepele non-woven Vlieseline, verkrijgbaar in zwart en wit. Is geschikt voor het verstevigen van kragen en belegdelen van elastische stoffen zoals jersey en tricot.

 

 

  • G785 is een zachte, soepele, heel dunne, bi-elastische non-woven tussenvoering voor kleine delen van blousen en japonnen van lichte stof of elastische stoffen zoals zijde, viscose, acetaat en cupro.

 

  • Vlieseline vormband is een zacht en opstrijkbaar bandje als hulpmiddel bij het verstevigen van schuine naden , zoals bij bv een halslijn of de vouwlijn bij een revers kraag. . Het bandje is 12mm breed, op 4mm van de rand is het doorgestikt met een kettingsteek die versteviging geeft.

 

  • Vlieseline Zoomband is tweezijdig plakbaar je kunt hiermee je zoom onzichtbaar “omnaaien” . Zoomband kun je gebruiken bij ongeveer alle stoffen zelf leer kun je ermee vast strijken, let dan wel op de temperatuur van je ijzer!

 

 

  • Vlieseline Naadband ier er in zwart en wit. Naadband is 10 mm breed iets steviger band dat je opstrijkt om naden in vorm te houden. Dit gebruikt je op bv schoudernaden van dunne en rekbare stoffen.

 

 

  • Vlieseline Vliesofix is tweezijdig plakbaar , je kunt hiermee applicaties vastzetten, repareren, dit vlies plakt op bijna lee stoffen ook op bv kurk en leer. Je knipt zelf de vorm uit het grote stuk.

 

 

  • Vlieseline Plak en Vouw om is er in zwart en wit. Plak en vouw om gebruik je in taillebanden bij broeken en rokken. Dit opstrijkbare band is er in meerdere breedtes met 1 centimeter naadtoeslag eraan. De drie gestanste lijnen vormen de stik- en omvouw lijnen waardoor je een perfecte taille band maakt. Door de stevigheid blijft de taille band mooi in vorm en knikt en rolt niet om.
  • Vlieseline Decovil Light is een plakbaar vlies van leerachtig materiaal in naturel kleur.
    Makkelijk naaibaar, scheurbestendig, niet rekbaar en stabiel.
    Ideaal op het creatieve gebied voor het maken van tassen, hoeden, riemen enz.

 

Elke Vlieseline soort heeft een eigen gebruiks aanwijzing, de ene wordt droog en de ander met stoom of een vochtige doek ingestreken. In de rand staat altijd beschreven hoe het product gebruikt moet worden. Of vraag de verkoper om advies.

Vlieseline knip je altijd met naad, het wordt vormt samen met de stof één geheel en wordt dus mee vast genaaid.

De plakbare kant van Vlieseline heeft een beetje glans en je voelt de lijm. Leg de plakbare kant op de verkeerde kant van je stofdeel. Maak geen strijkbeweging, maar zet de strijkbout steeds een stukje verder. (tijdsduur zoals voor bedrukt is beschreven)

Maak een proeflapje met een overgebleven stukje stof, om zeker te weten dat je het gewenste resultaat krijgt. laat verstevigde stofdelen 20 minuten platliggend afkoelen voor het beste resultaat.

Wil je zeker weten dat je strijkplant en strijkbout niet plakkerig worden? leg onder en boven op je werk een lapje katoen tijdens het vast strijken van Vlieseline.