Categorieën
Workshop

Workshop basiskennis Lockmachine

Deze workshop is bedoeld voor mensen die een lock machine hebben staan en er vertrouwd mee willen raken en voor mensen die interesse hebben om er eens mee te werken, maar er zelf nog geen hebben.

Er  wordt aandacht besteed aan het inrijgen, naald verwisselen, hoe werkt het differentieel transport en wanneer gebruik  je het, wanneer verander je de steeklengte en de mes breedte en wanneer verander je de draadspanning.

Er wordt gewerkt met 4 kleuren garen op je machine, rood, blauw, groen en geel. De kleuren die ook staan aangegeven bij de “route” die je draad aflegt tijdens het naaien. Door met 4 kleuren te werken ontdek je snel wanneer je spanning niet goed staat of er een draad niet goed is ingeregen.

Als eerste lock je met 4 draden, daarna met 3 draden en  alleen de linker naald in de machine, je krijgt nu een breedte lock steek van 3 draden, met de gele draad als stiksteek. Daarna verwijderen we de linker naald en  zetten de rechter naald er alleen in. Je krijgt nu een smallere lock steek van 3 draden met de groene draad als stiksteek

Omdat we nu alleen de rechter naald in de machine hebben gaan we verder met de rolzoom. Voor het maken van een rolzoom zet je steeklengte op 1 (kleinste stand) en de mes breedte zet je ook op de smalste stand, bij de meeste machines moet de spanning van de ondergrijper iets strakker staan. Schuif de insteller, ook wel draadvinger genoemd naar je toe, rolzoom stand. Of kijk in de gebruiksaanwijzing van je machine.
Ook spelen we met het differentieel transport bij het rolzomen van voile en jersey. Het verschil is duidelijk te zien aan de zomen.

We gaan verder met de platte naad. De platte naad is mooi te gebruiken als siernaad voor bijvoorbeeld een jersey shirt of rok. Je hebt altijd maar 1 van beide naalden in je lock machine en de draadspanning van desbetreffende naald staat op 1, geen draadspanning voor je stiksteek dus. Wil je een zoom maken met de platte naad doe dan altijd je boven mes omhoog, zo voorkom je met zekerheid gaten in je werkstuk. Strijk de zoom om op gewenste breedte en leg de goede kant van de zoom met de goede kant van het shirt op elkaar dit leg je onder de machine en zo naai je de naad. Laat aan begin en einde genoeg draad ketting hangen want bij het platleggen van de naad heb je draad nodig. Zonde als de naad dan loslaat omdat er te weinig zou kunnen zijn.    Ook kun je de patte- naad gebruiken om twee panden aan elkaar te naaien, je krijgt dan een siernaad aan de buitenkant, je kunt zelf beslissen welke kant van de naad je het mooiste vindt, en je krijgt geen echte naad aan de binnen kant van je project. Leg hiervoor de twee lappen op elkaar en lock ze op elkaar met de naald spanning op 1. Trek de lappen uit elkaar en je krijgt een platte naad te zien.

Nu is het weer tijd om beide naalden in de machine te zetten en de draden in te rijgen en de correcte draadspanning  in te stellen. We blijven met de gekleurde draden werken om goed te zien wat er gebeurt.

Als eerste gaan we een binnen- en buitenbocht maken.

De buitenbocht is het makkelijkst, langzaam vooruit en een beetje helpen dan lukt dat prima. De binnen bocht vraagt iets meer aandacht, probeer je stof zo vast te houden dat je een rechte lijn creëert en lock er dan langzaam langs. Even oefenen en ook dat gaat goed.

Vervolgens maken we een binnen- en buiten hoek en gaan we ook de hoekjes van dit lapje netjes om.

Ga deze lock zichtbaar gebruiken, begin dan in het midden van een lange kant met de buiten hoek als eerste “obstakel”.

Voetje van de machine omhoog, stof er netjes, tegen het mesje aan, onder leggen en locken tot het einde. Draden die door de naalden lopen (groen en geel) iets uit langer maken, voetje omhoog en precies op de hoek weer beginnen met naaien, de andere buiten hoeken gaan op dezelfde manier. De binnen hoek een paar millimeter schuin inknippen (de heft van de lock steek breedte) en zo vouwen dat het een rechte lijn wordt. Je kunt er nu overheen locken en het gaat weer netjes terug in model als je klaar bent. Kom je in de buurt van je start punt, laat het mesje dan lopen tot je eerste steek, draai het boven mes omhoog en lock een aantal steken over elkaar heen, voetje omhoog en het werkstuk in een rechte hoek draaien, voetje omlaag en lock steek zonder stof eronder laten lopen tot ketting. Deze ketting rekje uit, knip je af op redelijke lengte en stop je aan de achterkant van naad in met een stompe naald met groot oog.

Natuurlijk moeten al die lock naden ook afgewerkt worden. Wordt de naad stevig in een kledingstuk verwerkt, mee vast genaaid, dan volstaat het om de ketting van steken eraan te laten en de naad vast te zetten met de naaimachine. Maar er zijn ook momenten die om een afgewerkt einde vragen. er zijn dan meerdere mogelijkheden. Ik beschrijf er hier twee. Met een stompe naald de ketting aan de achterkant een stukje door de steken halen en overige draden afknippen is methode één. Methode twee werkt ook heel makkelijk. Er zit al een ketting onder je lock voet, rek deze uit, voet omhoog, werkstuk eronder en de ketting leg je op of onder je stof. Naai hem een stukje mee en laat het mesje de overige draad afsnijden. Bij het einde stop je net achter je stof , voetje omhoog en draai voorzichtig je stof om, (de onderkant ligt nu boven) lock er een aantal steken overheen en laat de steek “weglopen”van je werk. Let er wel op dat je mesje niet snijdt op de terugweg. Bij tere stoffen zou ik hem zeker omhoog zetten om dit te voorkomen.

Wil je deze workshop volgen kijk dan op onze site voor de bekende data of stuur een berichtje naar: indenschoer@outlook.com .